Totaal aantal pageviews

Benen fluit maken

Voor het maken van een benenfluit gebruik je het dijbeen van de achterpoot van een schaap.(deze botten zijn bij slachthuizen of de slager te verkrijgen) Aan de hand van de tekening is duidelijk te zien dat aan de brede kant van het bot het labium komt. (het labium is de rand waartegen de lucht wordt geblazen bij het bespelen van de fluit) Zaag aan die kant de knook eraf. Zaag telkens, aan de  andere smalle kant van het bot, de knook in smalle reepjes af, tot een klein gaatje zichtbaar wordt van ongeveer 6 mm. Vervolgens dient het been goed gereinigd te worden in warm water. Het been mag niet gekookt worden, omdat het dan bros wordt. Het merg kan met een borstel makkelijk verwijderd worden. Na enkele uren in een bleekwateroplossing wordt het been helder wit.
Eerst wordt het labium met een klein boortje in het bot geboord en gevijld. Ter hoogte van het labium wordt een stukje klei in het been gestopt. Vervolgens smeer je de binnenkant van het mondstuk in met olie of boter. Daarna wordt er bijenwas ( op de moderne manier gips) tot aan de bovenkant van het bot gegoten. Denk eraan om een draadje met knoop erin in het was mee te laten harden. Zodat de bijenwas hiermee weer te verwijderen is. Het geharde bijenwas is, dank zij de aangebrachte  olie of boter, makkelijk weer aan het draadje uit het been te trekken. De klei wordt met een stokje uit het been geduwd. In de bijenwas en het been wordt het windkanaal afgevlakt, waarna van het mondstuk de olie of boter wordt verwijderd. Dan breng je de bijenwas weer op zijn plaats met lijm.
Behalve botten van een schaap worden ook vaak de ellepijp van vogels gebruikt om fluitjes te maken, vooral van zwanen.
Bovenstaande is met toestemming overgenomen van de website van Piet Visser (http://members.ziggo.nl/piet-marja/fluitjespiet/benenfluit.htm)  waarvoor hartelijk dank.  Onderstaande tekening is met toestemming overgenomen van BOOR, Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam, (www.rotterdam.nl/boor) waarvoor hartelijke dank.



Van brandnetel tot touw


Tegenwoordig beschouwen we de brandnetel als een lastig onkruid. In het (verre) verleden was het  een dankbaar gewas voor de mens. Brandnetel staat bekent als een smakelijke groente die als spinazie klaar gemaakt kan worden, ook de brandnetelsoep is een bekent gerecht. Brandnetels zijn rijk aan vitamine A en C, ijzer en mineralen.  Behalve voor de consumptie kent de brandnetel dus ook nog andere toepassingen. De brandnetel is een vezelplant en is dan ook geschikt om er bijv. touw van te maken. Hierbij wordt het zelfde procédé gevolg als bij vlas (zie vlas) Het fijne neteldoek wordt op deze wijze gemaakt.  We
kunnen deze procedure ook overslaan en meteen aan de slag gaan met ‘verse’ brandnetels. Pluk hiervoor brandnetels, liefst zolang mogelijk en met de minste zijtakjes. Ontdoe deze stengels van  de zijtakken. Zoek nu een harde ondergrond en sla met een stok op de stengel en de ‘knokkels.’(waar de zijtakjes hebben gezeten) Hierdoor zal de stengel splijten. Een andere werkwijze is om met een 'roller' (bijv. een rond stuk  boomstam) de stengels te splijten. Leg hiervoor de stengels op een stevige vlakke ondergrond en wals er met de roller er overheen. Pulk nu het merg aan de binnenkant eruit of schraap dit eraf.  Wat overblijft is een rafelige vezel structuur. Neem nu een gedeelte  van deze vezel en draai een gedeelte linksom vanuit het midden om en de andere gedeelte rechtsom vanuit het midden. Als we zo door blijven draaien zal en in het midden op een gegeven moment een ‘kink’ ontstaan. Deze kink is het begin van het touw. Het touw heeft dus 2 eindes. Het is nu de  bedoeling dat we telkens een einde ‘opdraaien en dan een slag over het ander eind geven. Nu kunnen we met het andere eind de zelfde werkwijze uitvoeren. (het eigenlijke twijnen) Als de vezels te kort worden is het van belang om tijdig nieuwe vezels in te voeren. Dit touw is dan geschikt om ermee te weven. Ook is het mogelijk om verschillende touwen in elkaar te twijnen zodat we een dik touw krijgen die geschikt is voor andere (bouwkundige) doeleinden. Wel opletten voor rotten!

Pagina's